Onlangs kreeg ik de vraag of het verder toegenomen tekort aan personeel en materiaal gevolgen heeft voor de woningbouwproductie. De groei van het aantal opgeleverde woningen toont aan dat de markt de toegenomen vraag vooralsnog gewoon aan kan. Hoe zijn we echter tot de huidige situatie gekomen en op welke manier reageren bedrijven daarop?
Ontwikkeling van omzet en personeelsbestand
Laten we eerst eens kijken naar de ontwikkeling van de omzet en het personeelsbestand in de bouw. Gaat het goed in de bouw dan groeit de omzet. Om verder te kunnen groeien moet er vervolgens nieuw personeel aangenomen worden. Gaat het echter slecht in de bouw, dan zorgt een dalende omzet ervoor dat het personeelsbestand inkrimpt. Het personeelsbestand reageert dus altijd met enige vertraging op de omzetontwikkeling. Uit de cijfers die het CBS bijhoudt, is dat ook mooi te zien. Ook valt op te maken dat als het goed gaat in de bouw en de omzet groeit, in eerste instantie het aantal zelfstandigen toeneemt.
Gedurende de crisis schommelde de omzet van bedrijven in de bouwnijverheid nogal flink. Sinds het einde van 2014 groeit de omzet van bedrijven in de bouwnijverheid echter weer onafgebroken. Toch duurt het nog tot het tweede kwartaal van 2016 voordat ook het personeelsbestand zich weer positief ontwikkelt. Daarnaast groeit het personeelsbestand momenteel veel minder krachtig dan de omzet. De oorzaak hiervan is vermoedelijk het feit dat veel mensen die gedurende de crisis de bouwsector verlaten hebben, nu niet meer terugkeren naar de bouw. Wel is het de verwachting dat de personeelssterkte in de komende maanden zal gaan toenemen, zo blijkt uit de conjunctuurenquête van het CBS.
Ontwikkeling omzet en aantal werkzame personen (seizoengecorrigeerd) in de bouwnijverheid t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor
Bron: CBS, bewerking BouwKennis, juni 2018
Belemmerende factoren
De Conjunctuurenquête van het CBS geeft inzicht in de belemmeringen die bedrijven ondervinden. Hierin is goed te zien dat vanaf het tweede kwartaal van 2016 steeds meer bedrijven in de bouwnijverheid productiebelemmeringen ondervinden als gevolg van een tekort aan personeel. Veel bedrijven groeien weer en gaan op zoek gaan naar nieuwe medewerkers. Doordat veel voormalige bouwvakkers uitgestroomd zijn naar andere sectoren, is het aantal beschikbare bouwvakkers in de afgelopen jaren juist kleiner geworden. Het gevolg is dus dat veel bedrijven geen mensen kunnen vinden en dit als een belemmering ervaart. In de tweede helft van 2017 stabiliseert het aantal bedrijven dat problemen ondervindt als gevolg van een tekort aan personeel op grofweg 20%. Het lijkt hier dus vooral te gaan om groeistuipen van een opgaande markt.
Opvallender is het tekort aan materiaal, dat sinds de tweede helft van 2017 bij 10% tot 15% van de bedrijven in de bouw voor belemmeringen zorgt. Uit dezelfde cijfers van het CBS blijkt dat dit tekort aan bouwmateriaal vooral veroorzaakt wordt doordat er in de bouwmaterialen industrie ook een tekort aan personeel en materiaal is. Hier gaat het om operators die de fabrieken draaiende houden en de grondstoffen voor de productie van bouwmaterialen. Deze bedrijven hebben in de crisis hun productiecapaciteit flink teruggeschroefd door bijvoorbeeld fabrieken al dan niet gedeeltelijk te sluiten. Nu de bouw weer aantrekt en daarmee de vraag naar bouwmaterialen, is het voor hun vaak lastig om hun productie weer snel op te schalen. Een nieuwe fabriek is niet in een paar maanden geopend en nieuw personeel is niet meteen gevonden en moet tevens veelal eerst enige tijd ingewerkt worden.
Productiebelemmeringen bij bedrijven in de bouwnijverheid en bouwmaterialenindustrie
Bron: CBS, bewerking BouwKennis, juni 2018
Bouwproductie onder druk?
Bouwbedrijven die geen nieuw personeel kunnen vinden, moeten er dus op een andere manier voor zorgen dat ze de toegenomen vraag kunnen voldoen. Enerzijds kunnen ze hun mensen langer door laten werken. Als dit het geval is, dan zal het aantal gewerkte uren harder stijgen dan het totale personeelsbestand. Uit cijfers van het CBS blijkt echter dat deze nagenoeg dezelfde ontwikkeling door maken als de ontwikkeling van het personeelsbestand, waarmee de productiviteit dus op hetzelfde niveau blijft. Er moet dus een andere reden zijn waarom de woningbouwproductie op dit moment toch gewoon verder doorgroeit.
Waarschijnlijker is het dat bouwers intern met personeel gaan schuiven. In de afgelopen jaren groeide de omzet uit onderhoud en renovatie van woningen veel sterker dan de omzet uit woningnieuwbouw, blijkt uit cijfers van het Economisch Instituut voor de Bouw EIB. Het EIB gaat voor de komende jaren vanuit dat de nieuwbouw juist harder groeit dan de markt voor onderhoud en renovatie. Daardoor ontstaat er bij bouwbedrijven ruimte om intern met personeel te schuiven. Daarnaast zijn veel bouwbedrijven zowel in de utiliteitsbouw als in de woningbouw actief. De utiliteitsbouw groeit de komende jaren minder hard dan de woningnieuwbouw, waardoor ook hiervandaan personele capaciteit doorgeschoven kan worden. Tot slot kan er ook met de taken van medewerkers geschoven worden. Zo kan een timmerman bijvoorbeeld voor andere werkzaamheden dan alleen timmeren ingezet worden. Keerzijde van de medaille is wel dat de kans op bouwfouten toe neemt, zoals uit recent onderzoek van Vereniging Eigen Huis blijkt.[1]
Ontwikkeling personeelsbestand en gewerkte uren in de bouwnijverheid t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor
Bron: CBS, bewerking BouwKennis, juni 2018
[1] https://www.eigenhuis.nl/actueel/nieuws/2018/06/05/06/00/veh-steeds-meer-gebreken-in-nieuwbouwwoningen