Internationaal: Nieuwe regelgeving inzake klimaatbescherming en duurzaamheid: Franse bouwsector in rep en roer

Sharing is caring!

Na het dieptepunt van de laatste jaren, dat niet in de laatste plaats te wijten was aan Corona, is de Franse bouwsector zich geleidelijk aan het herstellen. De nieuwe verordening inzake warmte- en klimaatbescherming, de strengere eisen van de klimaatwet die vanaf 2023 van toepassing zullen zijn, en het nieuwe systeem voor de recycling van bouwmaterialen dat vanaf september 2022 van toepassing zal zijn, zullen de randvoorwaarden waaronder de bouwsector in Frankrijk opereert, fundamenteel veranderen. In het volgende artikel wordt uitgelegd welke nieuwe wettelijke voorschriften inzake klimaatbescherming de bouw in ons buurland veranderen en welke gevolgen dit heeft voor de Franse bouwsector.

Het doel: de uitstoot van broeikasgassen door gebouwen moet worden gehalveerd

Frankrijk heeft zich tot doel gesteld de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 40% te verminderen ten opzichte van 1990. Volgens officiële berekeningen zijn gebouwen verantwoordelijk voor 27 procent van de Franse emissies. De broeikasgasemissies van gebouwen moeten daarom tegen 2030 met 49% zijn verminderd. Er wordt gestreefd naar volledige ontkoling tegen 2050. De bouwsector wordt dus sterk op de proef gesteld: De Franse regering heeft daarom een reeks wettelijke voorschriften enerzijds en steunmaatregelen anderzijds in het leven geroepen.

Al merkbare gevolgen: Vertragingen in de bouw en een hoger prijsniveau

De geleidelijke inwerkingtreding van deze verordeningen vanaf 2022 heeft reeds geleid tot de onvermijdelijke pull-forward-effecten op de markt aan het einde van 2021: Veel projecten zijn waarschijnlijk opzettelijk vervroegd om opnieuw de strengere voorschriften te kunnen omzeilen. Volgens ramingen van Germany Trade and Invest (GTAI) zal de voortgang van de bouw van een groot aantal projecten aanvankelijk vertraging oplopen als gevolg van de “achterstand in de bouw” die op deze manier ontstaat. Bovendien zullen de nieuwe eisen in 2022 waarschijnlijk ook de bouwkosten verder doen stijgen – die in Frankrijk in 2021 al fors waren gestegen door knelpunten in de bevoorrading, stijgende prijzen en hogere kosten als gevolg van maatregelen ter bestrijding van de pandemie. Tot nu toe was klimaatbescherming in de Franse nieuwbouw vooral een soort “gouden standaard” voor geselecteerde prestigeprojecten – maar vanaf nu zal het ook verplicht worden in alle woningbouw en in delen van de utiliteitsbouw. Wat de maatregelen in detail betreft, worden volgens het principe van de wortel en de stok eerst de stimulansen voor duurzaam en klimaatvriendelijk bouwen in Frankrijk gepresenteerd, alvorens wordt overgegaan tot de stok – de strengere regelgeving van de overheid.

De wortel: gebouwenefficiëntie wordt vooral in bestaande gebouwen bevorderd
Om de emissies van gebouwen tegen 2030 te halveren, zouden tegen die tijd 370.000 woningen per jaar moeten worden gerenoveerd. Om de doelstellingen tegen 2050 te halen, zouden vanaf 2031 jaarlijks 700.000 woningen moeten worden gemoderniseerd. De uitdaging is dus aanzienlijk – en het is niet verwonderlijk dat ook in ons buurland Frankrijk stimuleringsinstrumenten een belangrijke rol spelen bij het creëren van stimulansen voor meer efficiëntie in gebouwen. In de Corona-crisis – ook deze strategie is ons bekend – werden de programma’s nog eens opgevoerd. Al met al hebben de schoten uit de subsidiekanon tot nu toe geleid tot een hausse in de renovatiesector, vooral bij particuliere huishoudens. Het belangrijkste instrument in de subsidiekoffer is het MaPrimeRénov-programma.

MaPrimeRénov’: de vraag overstijgt het budget
Vóór 2021 waren de middelen van dit programma wegens begrotingsbeperkingen beperkt tot huishoudens met een laag inkomen, maar tijdens de crisis heeft de Franse staat de subsidie gebruikt als anticyclische stimuleringsmaatregel en geleidelijk uitgebreid tot alle inkomensklassen. De sociale beleidsdimensie van het programma blijft echter bestaan, in die zin dat de subsidie nog steeds genereuzer is voor armere huishoudens.

De verruimde subsidie, de lockdown en het home office waren de drie ingrediënten voor een cocktail die vervolgens leidde tot een toename van MaPrimeRénov”-aanvragen vanaf 2020: Terwijl er in 2020 140.000 aanvragen waren, overschreed het aantal aanvragen in 2021 met 600.000 het verwachte budget, zodat het budget van 2 miljard euro, dat had moeten volstaan voor 2021 en 2022, nu al is opgebruikt. Alleen al voor 2022 is daarom met terugwerkende kracht nog eens 2 miljard euro beschikbaar gesteld. De financieringsmaatregel van 2022 werd echter tegelijk aangepast aan de verhoogde klimaatbeschermingsdoelstellingen en de toegangsdrempels werden aanzienlijk verhoogd: Om in aanmerking te komen voor de felbegeerde financieringspotten, hoefden de woonhuizen waarvoor een nieuwe aanvraag wordt ingediend, in 2021 nog maar 2 jaar oud te zijn en aantoonbaar ten minste 6 maanden per jaar bewoond te zijn. Om de subsidies meer specifiek voor klimaatbescherming te kunnen gebruiken, moeten de in aanmerking komende woningen vanaf dit jaar ten minste 15 jaar oud zijn en gedurende 8 maanden van het jaar bewoond zijn.

Energie-efficiëntiecertificaten (CEE): de energiebalans in evenwicht brengen door renovaties
De tweede belangrijke maatregel ter bevordering van de energie-efficiëntie zijn de energiebesparingscertificaten (CEE – Certificats d’économie d’énergie). Naast particuliere huishoudens kunnen ook handel, industrie en eigenaars van openbare gebouwen van deze certificaten profiteren. Het gaat om renovaties die worden gefinancierd door bedrijven uit de energiesector, die in ruil daarvoor certificaten ontvangen.

Het aantal certificaten dat bedrijven moeten behalen, wordt om de drie jaar vastgesteld. Voor de huidige periode van 2022 tot 2025 moeten de bedrijven maatregelen financieren die 2 500 terawattuur aan elektriciteit besparen. Dat is 17 procent meer dan van 2019 tot 2021 nodig was geweest.

“Heb je een euro?” Aanvullende premies en renteloze leningen (Éco-PTZ)
Aan het CEE-programma zijn ook aanvullende premies (“coups des pousse”) verbonden, die de eigen bijdrage van de huishoudens tot 1 euro verlagen voor bepaalde maatregelen voor huishoudens met een laag inkomen. Ook hier zijn er echter aanpassingen geweest in verband met de meer ambitieuze klimaatdoelstellingen: Zo zal de vervanging van inefficiënte verwarmingssystemen door efficiënte gasverwarmingssystemen vanaf juli 2021 niet langer door het programma worden gesubsidieerd.

Naast het certificaat is er ook de aanpak van de renteloze leningen: voor bepaalde maatregelen zijn er renteloze leningen Éco-PTZ (“Éco-prêt à taux zéro”) van maximaal 30.000 euro.
Het klappen van de zweep: regelgeving voor klimaatbescherming, recyclingvoorschriften, verplichte levenscyclusanalyses
Naast de subsidieprogramma’s oefent ook de Franse regering steeds meer druk uit. Zo mogen bijzonder slecht geïsoleerde flats de komende jaren niet meer worden verhuurd. Vanaf september 2022 zullen energie-efficiëntieaudits verplicht zijn voor nieuwe huurovereenkomsten. Deze maatregelen zijn bedoeld om de naar schatting 7 tot 8 miljoen flats in het Franse woningbestand die onvoldoende warmte-isolatie hebben, onder druk te zetten. En bij nieuwbouw vertrouwt Frankrijk sowieso meer op de stok dan de wortel:

Duimschroeven in nieuwbouw: regelgeving voor warmte- en klimaatbescherming (RE2020).
De vorige verordening (RT2012) zal vanaf 2022 worden vervangen door de verordening inzake klimaat- en warmtebescherming voor nieuwe gebouwen (“Réglementation environnementale”, RE2020). De daarin vervatte voorschriften moeten vanaf 1 januari 2022 worden nageleefd voor alle eengezins- en meergezinswoningen waarvoor een bouwvergunning is aangevraagd, en vanaf 1 juli 2022 ook voor alle kantoor- en klaslokalengebouwen.

Met de nieuwe verordening laten de Fransen de klassieke wetgeving inzake energie-efficiëntie achter zich: naast de efficiëntie van de bouwschil valt ook de koolstofdioxide-balans van de materialen onder RE2020. Daarbij moeten de grenswaarden stapsgewijs worden verlaagd tot 2031.

Vanaf 2022 krijgen gasverwarmingssystemen in Frankrijk het nakijken: vanaf 2022 maakt de wetgeving het gebruik van deze fossiele verwarmingstechnologie zo goed als onmogelijk in eengezinswoningen; meergezinswoningen volgen in 2025. Houtbouw daarentegen wordt door de wetgeving gestimuleerd. In het algemeen zouden de nieuwe regels volgens ramingen van GTAI kunnen leiden tot kostenstijgingen van 5 tot 10 procent in het segment van de eigen woningen.

Levenscyclusanalyse en productdiagnostiek voor afvalpreventie zullen verplicht worden
De RE2020-verordeningen maken ook de stap van louter regelgeving op het gebied van energie-efficiëntie naar een meer omvattende aanpak die gericht is op duurzaamheid door middel van de verplichting om een levenscyclusanalyse te bewijzen in de bouwaanvraag, die van kracht is sinds januari 2022. Daartoe moeten milieuverklaringen worden ingediend door de fabrikanten.
Maar ook de recycleerbaarheid van bouwafval is sinds dit jaar strenger gereguleerd. In de toekomst moet ook voor grote renovatieprojecten vooraf een productdiagnose worden opgesteld over de te verwachten materialen en afvalstoffen, om de recycleerbaarheid van de materialen beter te kunnen garanderen. En ten slotte wordt per 1 september 2022 een centraal systeem voor de recycling van bouwmaterialen ingevoerd.

Sharing is caring!

© BouwKennis.   |  Alle rechten voorbehouden

Cookieconsentbanner door Real Cookie Banner